Anna-Feline is voorzitter van het Access and Support Platform (ASP). Vanuit deze rol ondersteunt ze studenten met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking bij allerlei zaken rondom hun studie. Ze weet maar al te goed waar zij tegenaan lopen, omdat ze zelf meerdere beperkingen heeft. Ze vertelt ons meer over haar werkzaamheden en haar leven met beperkingen.
Wat is ASP en wat doe jij als voorzitter precies?
“Het Access and Support Platform, oftewel ASP is een platform voor studenten met een beperking aan de Universiteit Leiden. Deze beperkingen variëren van autisme, depressies tot fysieke beperkingen zoals bijvoorbeeld chronische pijn of een spierziekte. Het team van ASP ondersteunt deze studenten bij allerlei verschillende aspecten van hun studie: of dat nou een mailtje sturen is naar een docent of ze wat vaker een les mogen missen of dat we echt samen naar de examencommissie gaan om te vragen of een student een tentamen thuis mag maken. Maar we doen natuurlijk ook leuke dingen! Afgelopen kerst hebben we bijvoorbeeld met zijn allen kerstkaarten versierd. Als voorzitter ben ik het aanspreekpunt, onderhoud ik externe contacten en ik stuur het team aan. Meestal ben ik ook degene die alle persoonlijke problemen van de studenten oplost.”
Hoe ben je bij ASP terechtgekomen?
“Ik heb zelf een aantal beperkingen: autisme, een angst- en paniekstoornis en chronische rugpijn. Toen ik begon met studeren, bijna 4 jaar geleden, merkte ik dat er weinig hulp was voor mensen met een beperking. Ik liep de hele tijd tegen zó veel dingen aan. Studieadviseurs waren altijd druk, wat ook logisch is met de hoeveelheid studenten op de universiteit en daarnaast konden ze me eigenlijk niet echt helpen met de dingen waar ik tegen aanliep. Er was gelukkig wel een speciale organisatie vanuit de universiteit die meer deed voor studenten met een beperking, maar die hebben het ook verschrikkelijk druk omdat zij enorm veel mensen moeten helpen met een heel klein team. Toen kwam ik dus bij ASP terecht, dat bestond al wel, maar het was nog heel klein. De oprichter kreeg een vaste baan, dus zou weggaan en zij vond het zonde om de missie niet door te zetten. Dus toen heb ik het stokje van haar overgenomen en gemaakt tot wat het nu is, met dank aan mijn geweldige team uiteraard!”
Waarom is het volgens jou zo belangrijk dat het onderwijs inclusiever wordt voor mensen met een beperking?
“ASP is opgericht met het doel dat hoger onderwijs mentaal en fysiek toegankelijk moet zijn voor iedereen. Dat vinden we echt super belangrijk, want iedereen moet kunnen studeren op de manier die bij hen past. Sommige mensen hebben daar gewoon bepaalde dingen voor nodig en dat wordt niet of maar beperkt gefaciliteerd. Daar wordt wel aan gewerkt, maar het gaat heel langzaam omdat er een hele bureaucratie achter zit. Samen met het team van ASP probeer ik me zo goed mogelijk in te zetten voor iedereen met een beperking en zaken te regelen die zij nodig hebben om fijn te kunnen studeren. Daarnaast weten mensen vaak niet waar ze recht op hebben in het onderwijs als ze leven met een beperking. Bovendien is recht hebben vaak niet hetzelfde als recht krijgen, dus ook daar proberen we met ASP impact te maken. Maar ook in de samenleving zijn veel dingen ingericht op mensen zonder beperking. Bijvoorbeeld het typische studentenleven: als je denkt aan een student, dan denkt je aan iemand die houdt van feestjes, doet wat leuks met diens vrienden, heeft een baantje, gaat op kamers. Terwijl dat voor mensen met een beperking niet vanzelfsprekend is. Zij kunnen niet zomaar even op kamers of naar een feestje en sommigen doen 6 jaar over een bachelor omdat het gewoon zoveel energie vereist. Dus als je van het stereotype afwijkt, kan je soms moeilijk meekomen.”
“Veel dingen in onze samenleving zijn ingericht op mensen zonder beperking. Als je dus van het stereotype afwijkt, kan je soms moeilijk meekomen.”
Loop je er tegenaan dat mensen vooroordelen hebben over je beperking?
“Bij onzichtbare beperkingen heb je eigenlijk al heel snel te maken met vooroordelen, zeker met autisme. Ik kom altijd goed mee in de les en ik ben super sociaal, dus ik krijg echt heel vaak te horen “Je lijkt helemaal niet autistisch”. Veel mensen weten niet dat er veel verschillende soorten autisme zijn en dat het zich op andere manieren uit. Ik werd ook heel laat gediagnosticeerd, pas rond mijn vijftiende. Dat terwijl bij de meeste mensen, zeker bij jongens, eigenlijk al vrij vroeg de diagnoses worden gesteld. Toen ze dat bij mij hadden vastgesteld, zeiden ze dat ik het heel goed verborgen had al die jaren, omdat ik sociaal goed meekwam, erg empathisch was en omdat mijn cijfers gewoon erg goed waren. Ook merk ik vaak bij de andere onzichtbare beperkingen zoals de rugpijn dat mensen het niet al te serieus nemen. Ik kan op zich heel veel, maar dingen zoals lang reizen of met zware dingen sjouwen is niet fijn. Ook zijn de meeste collegezalen niet bepaald comfortabel, dus na 2 uur in de collegebanken moet ik echt even een stuk gaan lopen. Ook lastig zijn de vooroordelen bij een angst- en paniekstoornis. Ik ben normaal een vrij nuchter persoon, maar ik kan soms zomaar door de kleinste dingen enorm in paniek raken. Je wordt snel weggezet als gestrest of mensen vinden het raar als ik aangeef dat ik iets echt eng vind om te doen. Het is voor anderen vaak moeilijk te begrijpen wat zo’n stoornis in het dagelijks leven inhoudt. Je kunt ook niet verwachten dat iedereen alles begrijpt, maar het is lastig voor de persoon met de beperking om altijd maar weer uitleg te moeten geven.”
Heb je tips voor jongeren die zelf iets willen doen aan de inclusie van mensen met een beperking?
“Ik geef altijd mee als tip dat je iedereen serieus moet nemen. Als iemand aangeeft dat die persoon iets heel moeilijk vindt of dat je ergens rekening mee kan houden, neem dat dan altijd serieus en maak er geen grapjes over. Ook is het altijd goed om bij je eigen school te kijken hoe toegankelijk die is: is er een gehandicaptentoilet waar je altijd heen kan, werkt de lift, is de lift ook te vinden? Ook de kleine dingen, waar je niet snel over nadenkt, kunnen voor sommige mensen lastig zijn. Zo hadden wij op school een kleurenblinde jongen in de wiskundeles, die vanwege de combinatie van een whiteboard met een lichtblauwe stift niets meekreeg van wat de docent opschreef. Dit soort zaken proberen wij onder de aandacht te krijgen, zodat iedereen op een prettige manier het onderwijs goed kan volgen. Dus op dat soort dingen kan je letten en dan aangeven bij iemand op school dat er naar gekeken moet worden.”
Neem contact met ons op via: